Als J. van 3,6 jaar klaar is met werken en een sticker heeft staat hij op en loopt hij naar buiten. Voor de deur staat de auto. Hij klimt in de auto en stapt er weer uit. Hij loopt terug naar mijn kamer en brengt mij een snoepje. “Die jij?” zegt hij. Ik reageer verrast: “o wat lief van jou, maar wil je die niet zelf opeten?” Hij kijkt me aan en pakt voorzichtig het snoepje terug en stopt het vervolgens snel in zijn eigen mond. Dan loopt hij weer weg en zwaait vrolijk met zijn volle mond.