Vertraagde taalontwikkeling
Een vertraagde taalontwikkeling wordt vaak ontdekt door de ouders als ze leeftijdstijdgenootjes van hun kind horen spreken en constateren dat hun kind een nog wel erg kleine woordenschat heeft. Andere manieren waarop een vertraagde ontwikkeling zich uit is dat het kind geen zinnen maakt, de woordvolgorde in zinnen door elkaar haalt en woorden verkeerd uitspreekt. Nu doet ieder jong kind dat, maar het wordt verontrustend als het kind in vergelijking met leeftijdsgenootjes een stuk minder goed presteert. Als gevolg hiervan kan het kind zich moeilijk uiten. Dat kan uiteindelijk leiden tot gedragsproblemen. Spraak en taal zijn nauw met elkaar verbonden. Daarom komt het ook heel vaak voor dat kinderen die problemen hebben met taal ook problemen hebben op het gebied van spraak, maar dat hoeft niet.
Meertaligheid
Kinderen zijn in principe in staat om tot hun twaalfde meerdere talen probleemloos te leren spreken. Het komt echter voor dat het kinderen toch moeite kost. Er kan dan sprake zijn van concentratieproblemen, problemen bij de luister- en geheugenontwikkeling en sociaal emotionele problemen. Ook is het zo dat problemen in de taalontwikkeling van de moedertaal, automatisch ook problemen opleveren in de tweede taal. Daarnaast kunnen problemen in de meertalige ontwikkeling ook ontstaan als het kind in de ene taal of in de andere taal niet genoeg onderricht krijgt om de taal volledig te beheersen. Als gevolg hiervan kan er een situatie ontstaan waarin het kind een taal niet goed genoeg beheerst, waardoor er een leerachterstand kan ontstaan.
Dysfatische ontwikkeling
Dit is een neurologische spraak/taalontwikkelingsstoornis waarbij het kind veel meer begrijpt dan dat het zelf kan zeggen. Het spontane spreken verloopt beter dan de dialoogspraak. Dit wordt veroorzaakt door zogenaamde “op-commando-problemen”, het kind heeft moeite om adequaat verbaal te reageren op een gesprekspartner. Tevens hebben deze kinderen vaak veel moeite met het vinden van woorden, waardoor ze niet erg vloeiend spreken en vinden ze het vaak lastig om elementen uit een verhaal met elkaar te verbinden. Daardoor is het vaak heel moeilijk voor ze om te vertellen over een bepaalde gebeurtenis.
Het komt vaak voor dat deze kinderen ook motorische problemen (dyspraxie) hebben, waardoor ze bijvoorbeeld problemen hebben met leren zwemmen en alledaagse dingen als met een lepel eten, tanden poetsen en aankleden.
Kinderen met een dysfatische ontwikkeling laten op verschillende leeftijden-, andere kenmerken zien.
Dyslexie
Dyslexie kan zich op verschillende manieren uiten. Dit kan zijn door traag lezen of lezen met veel fouten. Het komt ook voor dat kinderen goed lezen, maar dat ze problemen hebben met spellen. Bij kinderen met dyslexie is vaak al vroeg te zien dat ze moeite hebben met lezen en/-of spellen. Kenmerkend is dat deze kinderen- juist extra hun best doen. Vaak komt dit in groep 3 naar voren omdat kinderen dan leren lezen en schrijven, maar ook in groep 1 en 2 zijn er soms al signalen, zoals achterstanden in de auditieve/fonologische vaardigheden en/of taalontwikkeling. Het kan ook zijn dat de problemen pas aan het licht komen in de brugklas als kinderen vreemde talen leren.
Afasie
Een taalstoornis die op kan treden na een hersenbeschadiging, meestal een beroerte, waarbij het begrijpen en produceren van taal gestoord kan zijn. Vaak komen problemen voor in de woordvinding.